Een 24Km lange lus, gevonden in het tijdschrift van de grsentiers. Volgens het artikel en
de bijgeplaatste kaart, zag het er een mooie wandeling uit. Een beperkt gedeelte ging over
asfalt de rest was over landwegen en bospaden. Dus, de kaart overgetekend via NGI Cd-rom en
de hoogtelijnen eens bekeken. Het was en is inderdaad een mooie wandeling. Vlug een kopij
op papier gemaakt op 25:000 en klaar was kees. Wie de annotaties van de wandeling wil, geef
me een seintje.
De route zou voor een stukje over de Gr125 gaan.
De kerk van Falaën was het start en aankomstpunt van de wandeling. Een dorpje met smalle
straatjes tussen hoge in grijs natuursteen opgetrokken huizen doet nogal middeleeuws aan.
De kasteelhoeve, waarvan een toren verdwenen is, dateert van 1673.
Om 10u30 zijn we van start gegaan, richting Maredsous. Een voor de Condroz typisch glooiend
landschap met grote landerijen en gesloten hoeve stijl. Tot voorbij de watermolen van de
Abdij van Maredsous was het asfaltweg. Daarna hebben we bijna de rest van de route genoten
van de stilte via de landwegen en bospaden. Tegen Warnant, moet je toch effen oppassen,
want het pad komt terecht in een niet bestaande camping en daar heb ik wel een beetje mijn
weg kwijt geraakt.
Tussen Maredsous en Warnant was men bezig met het bos uit te dunnen, waardoor er nogal
diepe sporen worden nagelaten door middel van tractoren die gebruikt worden om de bomen weg
te slepen. Gelukkig was de grond bevroren en hoefden we niet door centimeters diepe modder
te lopen.
Rond Warnant en Haute-Le-Wastia kan men blijkbaar gaan duiken?
Aan verschillende verbodstekens en gebodstekens blijkt dat er in de streek heel wat
grotten zijn waar duikers in rondzwemmen, maar dat is niet aan ons besteed.
Hier kan men ook op de Rail-bike stappen en zo via de sporen naar Falaën fietsen en zo
verder naar Sosoye. Maar wij verkiezen om de weg verder te bewandelen via Haute-Le-Wastia
naar de Ruines Du Montaigle.
Voor je aan de ruines komt, wandel je over een bospad langs een heus jachtdomein. De vele
plakkaten van wolfijzers en schietgeweren duiden je hierop. En je loopt er best niet in,
want "ils tirent à balles".
Maar dan kom je toch aan een heus kasteel ruïne, daterend uit het Laatromeinse keizerrijk
3e - 5e en heeft sindsdien verschillende functies gehad. Een redelijk vervallen kasteel,
maar je krijgt toch de indruk dat dit eens een pracht van een slot was waar de heren
redelijk wat invloed hadden in het gebied.
We vervolgen onze weg langs de Flavion, waar het water, takken en koude vries temperaturen
samen mooie sculpturen gemaakt hebben over het stromende water. Hier heb ik ook voor de
derde keer in mijn leven een Waterspreeuw gezien. Een leuke verschijning van dit moedige
vogeltje, want het duikt soms wel eens in het koude water.
Het pad volgt de beek door het bos om uiteindelijk voor Falaën uit het bos te verschijnen.
Wij hadden echter de weg genomen die boven Falaën uitkwam. Dit gewoon doordat ik niet had
opgelet en niet op de kaart had gekeken.
Het was al valavond toen we in Falaën aankwamen.
Maar onderweg zorgde moeder natuur nog voor enkele leuke verrassingen. Een Ever familie was
bezig in een akker te woelen op weg naar de dicht bijgelegen bosrand. Jammer dat ze werden
verstoord door een voorbijrijdende auto. De tweede verrassing was een vos die op jacht was
boven aan de horizon.